<-

Alex van Efferink

 

In de zomer van 1996 was ik op een camping in Frankrijk waar je onder andere kon tekenen en schilderen. De eerste dag gingen we de leegte tekenen. Dit was in een bos, de ruimtes tussen de takken. De andere dag gingen we in een dorp aquarelleren. Bij het tekenen van een hofje met wat huizen eromheen, bleek het waar wat men altijd zegt over schilderen: 70% is kijken. Als ik maar goed genoeg keek, kreeg ik iets leuks op papier. Thuisgekomen kocht ik een kladblok en houtskool en ging de gracht tekenen, wat veel te moeilijk bleek. Maar portretten trokken me het meest, al leek me dat waanzinnig moeilijk. Dus naar de bibliotheek, een boek met simpel getekende portretten. Een half jaar later tekende ik na van foto's...

Een kennis van mij vroeg of ik mee wilde naar schilderles, maar dat vond ik niet voor mij weggelegd. Na nog een aantal maal vragen en drie maanden later in het voorjaar van 1997, besloot ik een keer mee te gaan. Ik vond het zodanig gezellig en interessant om te zien hoe een schilderij wordt opgebouwd, dat ik bleef. Op een gegeven moment kreeg ik zin om thuis ook te gaan schilderen, maar wel met olieverf. Vlak voor kerst dat jaar kocht ik een aantal kwasten, verf en geprepareerd papier. Vrij snel begon ik met portretten...

Ik schilder voornamelijk van zwart/wit foto's. Van foto's uit praktisch overwegingen. Deze zijn namelijk altijd aanwezig op het moment dat ik wil schilderen. Zwart/wit omdat je dan niet afgeleid wordt door kleuren zodat ik een eigen invulling aan de sfeer kan geven. Gedurende de zomer schilder ik een aantal maanden niet. De rest van het jaar schilder ik, naast mijn reguliere baan, zo'n 10 uur per week. Noodgedwongen 's avonds, maar ondanks het onnatuurlijke licht, heb ik op die momenten de meeste inspiratie. Doordat het donker is word je niet afgeleid door allerlei aardse zaken. De nacht geeft mij ook een gevoel van eeuwigheid, dus ik vind dan alle tijd en rust om te schilderen. Het meest fascinerende op deze aardbol vind ik de mens, de denkende mens. En dan voornamelijk het gezicht. Hier is namelijk de persoon ansich grotendeels terug te vinden. Het gezicht kent vele uitdrukkingen. De meest interessante vind ik concentratie. Deze keert zich namelijk naar binnen, komt van binnen. Tijdens het denkproces is van het gezicht af te lezen dat zijn wereld zich binnen de persoon afspeelt. Er is niet zichtbaar wat er gebeurt van binnen, het gezicht laat alleen maar zien dat er iets van binnen komt. Dat wil ik graag in een portret vastleggen: de mens op zichzelf, zonder contact met de buitenwereld of een reactie hierop. (Het gaat me niet om personen die überhaupt geen contact met mensen hebben, maar om het moment waarop ik ze vastleg). Iedere mens met zijn eigen wereld, dat maakt de mens zo divers. Er is niet één wereld, er zijn net zo veel werelden als dat er mensen zijn. En elke wereld verandert constant mee met zijn vormgever. Mijn grote zoektocht hierin is: wat maakt een persoon nou juist die persoon?

Na mijn verzet tegen stillevens, probeerde ik op een gegeven moment toch de, voor mij, saaie voorstellingen op het doek te krijgen. Eerst wilde ik teveel op het doek zetten en werd het een brij. Ik besloot om simpelweg één ei te schilderen. Ik werd enthousiast, één werd meer, en sindsdien schilder ik regelmatig stillevens.

<-